Wat is shirk?
- Firdaous
- 9 nov 2020
- 2 minuten om te lezen
Shirk is het aanbidden van iemand anders dan Allah ﷻ of iemand anders met Hem zoals een mens, een boom, een steen, een zon, een maan, een levende, een dode of andere schepselen die voorheen niet bestonden en later zullen vergaan en vernietigd worden, en die voor henzelf en voor degene die hen aanbidt niets bezitten van schade, nut, dood, leven noch wederopstanding.
Shirk is [te verdelen in] twee soorten: grote en kleine shirk.
1. De grote shirk en dat is dat je iets van een aanbidding richt naar een ander dan Allah ﷻ, de belijder van deze categorie van shirk verblijft voor altijd in de Hel indien hij hierop sterft zoals in Zijn uitspraak: "Voorwaar, Allah vergeeft niet dat aan Hem deelgenoten toegekend worden, maar Hij vergeeft daarnaast alles, aan Wie Hij wil. En wie aan Allah deelgenoten toekent: die heeft waarlijk een geweldige zonde verzonnen." [Surah an-Nisaa 48]
2. De kleine shirk en dat is de geringe riyaa’ (pronken) en aanbidding pretenderen zodat de schepselen je zien, zo ook het zweren bij een ander dan Allah ﷻ zoals het zweren bij het toevertrouwde, de vaders, de moeders, de ka’bah, het aanzicht of de eer, en zoals hun uitspraak: ‘Wat Allah wil en wat hij wil’, ‘Als het niet Allah en hij was dan was dit en dat gebeurd’... met de kennis dat deze zaken grote shirk zijn naar gelang de bedoeling van de uitspreker ervan en zijn geloofsovertuiging, wij zoeken onze toevlucht bij Allaah voor shirk, de kleine en de grote ervan. En wij zoeken toevlucht bij Allah ﷻ voor de eindbestemming van haar belijders, Allah ﷻ zei: "Wie daarom de ontmoeting met zijn Heer verwacht: laat hem goede daden verrichten en laat hem bij de aanbidding van zijn Heer geen enkele deelgenoot toekennen." [Surah al-Kahf 110]
Je zal niet worden vergeven als je sterft op grote Shirk. Het belangrijkste/grootste verbod wat vermeld staat in de Qur’ān (Surah al-ʾanʿām 151-153) is dat men geen deelgenoten mag toekennen aan Allah ﷻ. Dit is dus de ergste zonde die je kan begaan.
Legenda
ﷺ
Salallahu aleyhi wa salaam: Allah's zegeningen en vrede zij met hem. Dit dient een Moslim te
zeggen nadat Profeet Mohammed ﷺ genoemd wordt.
ﷻ
Subhana wa ta'ala: Geprezen en verheven is Hij. Dit dient een Moslim te zeggen nadat Allah ﷻ genoemd wordt.
Bronnen
Al-Adjwiebah as-Sadiedah ‘alal-as-ielah ar-Rashiedah, p. 10 | Vertaald door an-nasieha
Kommentarer