De 5 zuilen van Islam.

De Islam is gebouwd op vijf zuilen;

De Islam kent vijf zuilen die deel uitmaken van het geloof en dagelijks leven van de moslim.

De Profeet Mohammed ﷺ zei in een hadith (overlevering): “De Islam is gebouwd op vijf..” en hij noemde de volgende:

1. Shahada; De getuigenis dat er geen ware god is (die het recht heeft aanbeden te worden) dan Allah ﷻ en dat Mohammed ﷺ Zijn boodschapper is.

2. Salaat; De vijf dagelijkse gebeden.

3. Zakaat; De armenbelasting.

4. Sawm; Het vasten in de maand Ramadan.

5. Hajj; De Bedevaart naar Mekka.

1. Shahada; De getuigenis dat er geen ware God is (die het recht heeft aanbeden te worden) dan Allah ﷻ en dat Mohammed ﷺ Zijn boodschapper is.

De Moslim gelooft in een Schepper die de aarde en de hemelen heeft geschapen met alles wat zich daarin bevindt, zoals sterren, planeten, dieren, planten, bergen, zeeën en mensen.

Deze Schepper heeft de macht over Zijn schepping en richt deze in naar Zijn Wijsheid en Wil. Hij is ver verheven boven elke tekortkoming en voorstelling die we van Hem kunnen maken. Het is deze Almachtige Schepper die de Moslim aanbidt zonder tussenpersonen.

Zoals Allah ﷻ zegt in de Koran: “De Heer van de hemelen en de Aarde en wat zich tussen hen bevindt, dus aanbid Hem (alleen) en wees standvastig op de aanbidding van Hem. Ken je iets dat aan Hem gelijk is (in Zijn wezen, namen, eigenschappen en daden)?” {Quran 19:65}

Alle aanbidding is alleen voor deze Schepper die schept, voorziet, doet leven, laat sterven en leidt naar hetgeen het beste is! Deze Schepper is almachtig, alwetend, volmaakt en wijs in tegenstelling tot de schepselen wiens macht en kennis slechts beperkt, tijdelijk en gebrekkig zijn. Daarom is Hij de Ware God en heeft niets het recht aanbeden te worden behalve Hij.

Hij bezit de schoonste namen en de meest volmaakte eigenschappen en niets is aan Hem gelijk.

“Aan Allah behoren de schoonste namen , dus roep Hem hiermee aan” {Quran 7:180}

Dit is het fundament van het geloof van de Moslim en zijn sleutel tot de Hemel, want het aanbidden van een schepsel naast de Schepper is een groot onrecht dat Allah ﷻ niet vergeeft.

“Allah vergeeft niet dat er deelgenoten naast Hem worden genomen, en Hij vergeeft al het ander dan dat, aan wie Hij wil.” {Quran 4:48}

De moslim gelooft in alle door Allah geopenbaarde boeken (Thora, de Bijbel en de Koran) en alle gezonden profeten, waarvan we de namen kennen, en waarvan we weten noch de namen kennen.

“Wij maken geen enkel onderscheid tussen Zijn boodschappers” {Quran 2:285}

Hun bron en boodschap was namelijk één en dezelfde: dat niets het recht heeft aanbeden te worden behalve Allah ﷻ. En het geloven in de Profeet Mohammed ﷺ zowel in zijn uitspraken als in het volgen van zijn doen en laten, of zijn geboden en verboden, is de weg van de moslim in zijn dagelijks leven.

2. Salaat; De vijf dagelijkse gebeden.

Als verbintenis tussen de Schepper en Zijn schepselen heeft Allah ﷻ de vijf dagelijkse gebeden verplicht gesteld. Dit is het minimale aantal waarvan elk gebed op een gezet tijdstip van de dag in de richting van Mekka verricht dient te worden. Deze gebeden vormen de verbinding van de moslim met zijn Schepper, waarin hij Hem gedenkt, prijst, aanroept en hulp vraagt. Deze gebeden hebben een specifieke vorm en lengte. Ze bevatten o.a. het reciteren van de Koran en het knielen voor Allah ﷻ. Ze zijn een essentieel onderdeel van het dagelijks leven van de moslim als uiting van overgave, nederigheid en dankbaarheid aan zijn Schepper.

Allah ﷻ zegt in de Koran: “Voorwaar, ik ben Allah. Er is geen (ware) God (die het recht heeft aanbeden te worden) behalve Ik, dus aanbid Mij (alleen) en verricht het gebed om Mij (erin) te gedenken” {Quran 20:14}

Het is een vorm van aanbidding waarin zowel het hart als de tong en de ledematen tegelijkertijd uiting geven aan liefde, nederigheid, nood en overgave aan Allah. Het is tevens het eerste waarover de moslim gevraagd zal worden op de Dag des Oordeels, want wie nalatig is in zijn gebed, hij zal zeker nalatig zijn in zijn gedachtenis aan Allah en andere daden van aanbidding.

3. Zakaat; De armenbelasting.

Het is verplicht voor de moslims om over zijn bezit liefdadigheid uit te geven aan de hulpbehoevenden, de armen en de zwakkeren. Dit is slechts een klein percentage over o.a. het gespaarde vermogen dat hij over een jaar bezit of wat hij heeft verworven of geoogst.

De Profeet Mohammed ﷺ zei: “En leer hen dat Allah hen de armenbelasting heeft verplicht gesteld, die wordt genomen van de rijken en uitgegeven onder de armen”

Door middel van deze belasting zuivert hij zijn bezit dat Allah hem heeft gegeven. Vervolgens geeft hij het weg als teken van nederigheid en dankbaarheid.

Allah zegt in de Koran: “Degenen die geloven in het ongeziene en het gebed vestigen en uitgeven van waarmee Wij hen voorzagen” {Quran 2:3}

En ook: “Zij werden slechts bevolen om (alleen) Allah te aanbidden, de aanbidding enkel naar Hem te richten, en zich af te keren van al wat naast Hem aanbeden wordt, en het gebed te verrichten en de armenbelasting te geven. Dit is de rechte (ware) religie.” {Quran 98:5}

De Moslim wordt aangemoedigd meer aalmoezen te geven omwille van liefdadigheid, en dit is één van de grootste deugden en aanbiddingen.

4. Sawm; Het vasten in de maand Ramadan.

Elke gemeenschap kent het vasten.

Allah zegt in de Koran: “O jullie die geloven! Voor jullie is het vasten verplicht gesteld, zoals dit voor degenen voor jullie verplicht is gesteld, opdat jullie godvrezend zullen zijn.” {Quran 2:183}

De Moslims vasten in de maand Ramadan vanaf het eerste ochtendgloren tot aan de zonsondergang. Hierbij onthoudt hij zich van eten, drinken en gemeenschap. Ook probeert hij zich te onthouden van slecht gedrag, zoals liegen en kwaadspreken. Slechte daden en zonden verminderen de beloning van het vasten. Het vasten stelt hem in staat zich te bezinnen en geduld te oefenen alsmede zich in te leven in de armoede van anderen. Het vasten is vooral een innerlijke daad, aangezien niemand van buiten kan zien wie vastende is. Dit versterkt de band tussen de Moslim en zijn Schepper.

5. Hajj; De bedevaart naar Mekka.

Eens in het leven dient de Moslim op bedevaart naar Mekka te gaan.

Allah ﷻ zegt in de Koran: “Verplicht is voor de mens jegens Allah de bedevaart (te maken) naar het Huis (de Ka’abah in Mekka en omgeving) voor wie daartoe in staat is” {Quran 3:97}

Daar komen Moslims uit allerlei windstreken samen om zich te wijden aan aanbidding van de Ene Ware God die hen allen geschapen heeft. De rijke en de arme, de witte en de zwarte, de koning en de onderdaan, zij staan samen gekleed in dezelfde nederige doeken voor hun Schepper, die geen onderscheid maakt tussen Zijn schepselen behalve in godsvrucht en goede daden.